Symposia/Congressen
Middagsymposium 'Depressieve leerlingen (schreeuwen zachtjes om aandacht)'
Datum: maandag 11 november 2013
Tijd: 12.30 - 16.30 uur
Locatie: Hotel Van der Valk (Valkenzaal), Vught
Voor wie: Begeleiders en docenten uit het PO en VO
Impressie Middagsymposium 'Depressieve leerlingen (schreeuwen zachtjes om aandacht)'
Een boeiende middag!
Op maandag 11 november vond in Vught het middagsymposium “Depressieve leerlingen” plaats met een gevulde zaal van 200 deelnemers. Dagvoorzitter Leo Soeters opende dit symposium met “Een meisje van 16 jaar, Janet, in de bloei van haar leven” en vertelde op indringende wijze over haar depressie, haar worstelingen én die van haar ouders. Vervolgens heette hij alle aanwezigen welkom, van docent tot leerlingbegeleider, van mentor tot locatieleider voor een veelbelovend programma wat aansluit bij ieder en elke leerling. Een uitnodiging vanuit de dagvoorzitter om vanuit de deskundigheid van de sprekers én vanuit eigen expertise vanmiddag een extra licht te laten schijnen op het thema “Depressie”.
Presentatie: Depressie bij kinderen en jeugdigen (PDF)
De eerste spreekster van dit symposium is Dr. Stikkelbroek. Zij is klinisch psychologe en gespecialiseerd in de behandeling van depressie bij adolescenten. Ze startte haar lezing met “slecht” nieuws betreffende de grote toename aan medicijngebruik onder jongeren met depressieve klachten en de toename van suïciderisico’s.
Met het noemen van symptomen van depressie, maakt ze de aanwezigen alert op het vaak over het hoofd zien van signalen. Een prikkelbare stemming en gedrag wat je niet verwacht, kan namelijk ook duiden op een depressie. In een oefening laat ze de deelnemers denken over een leerling met wellicht depressieve klachten en het symptoom wat het meest ernstig aanwezig is. Ze benadrukt het belang van het steeds opnieuw afstemmen bij elke leerling. Het lastige daarin is, dat symptomen ook iets doen met hulpverleners en begeleiders. We zijn geneigd voorzichtig te reageren, de ander op te willen vrolijken of te willen helpen de knop snel om te zetten. Het vraagt van begeleiders in school om zelf niet hopeloos te worden en jezelf daartegen te wapenen. Juist hoop, perspectief bieden en doorgaan is van grote betekenis.
Over uitingsvormen van depressie vertelt Dr. Stikkelbroek dat de kernsymptomen in PO en VO voor een groot deel gelijk zijn en dat er juist verschillen ontstaan door de cognitieve ontwikkeling van het kind. De gevolgen van een depressie zijn veelvuldig, met een spoor tot in de volwassenheid. Vervolgens werden oorzaken en de bronnen van het ontstaan van een depressie uiteengezet. Meisjes blijken een verhoogt risico tot depressie te hebben vanaf hun puberteit, met name de naar binnen gekeerde leerlingen. Ook kinderen van ouders met een stemmingsstoornis dragen een verhoogd risico. Met de Ketenaanpak kan de grootte van de depressie door psychologen worden gemeten. Om de ernst vast te stellen wordt gekeken naar het dagelijks functioneren, het aantal symptomen en het lijden van de jongere.
Uit ervaring blijkt dat zelfs getrainde psychologen over een depressie heen stappen. Het niets in de gaten hebben zegt ook niets over de zorg van de ouders. Het snel signaleren van depressieve klachten werkt preventief om een zwaardere depressie te voorkomen of sneller te doen verminderen. Als het om lichte, minder ernstige klachten gaat kunnen websites voor jongeren en ouders en online behandelingen helpend zijn. Dr. Stikkelbroek noemt met name om de broers en zussen niet te vergeten. Vaak wordt de sfeer binnen het gezin aangetast en dat geldt ook voor hen.
Tijdens een onderzoek werden depressieve jongeren vóór, tijdens en na de therapie gescreend. Veel depressieve klachten blijken moeilijk onder controle te krijgen. Wanneer de depressieve klachten afnemen, gaat het meewerken aan de behandeling juist vooruit. Ook blijkt dat het erg lastig is om jongens in behandeling te laten komen, individueel of in een groep. Het de kunst om met deze groep jongeren aan de slag te gaan, terwijl zij het gevoel krijgen dat er niets aan de hand is, zij gewoon zijn!
De dagvoorzitter dankt de eerste spreekster voor haar bijzondere bijdrage aan het begin van dit symposium. Ze heeft ons helderheid gegeven over welke positie wij in het onderwijs hebben ten aanzien van depressieve leerlingen. En als we op tijd zijn met signaleren, hebben we al veel gewonnen!
Presentatie: Mindfulnesstraining bij jongeren (PDF)
De volgende spreker die het podium betrad was David Dewulf. Hij is arts, introduceerde het begrip “Mindfulness” in Vlaanderen en is auteur van vele boeken over deze levenskunst. Hij start deze lezing over “Mindfulness, compassie en motivatie” met de vraag of je jezelf welkom kunt voelen op de plek waar je nu bent? Veel mensen hebben moeite om “thuis te komen” bij zichzelf, ook jongeren. Zo’n 30 jaar geleden was depressiviteit iets van volwassenen boven de 40, nu is er sprake van depressies bij jongeren van 14 tot 17 jaar. Onze kinderen en jongeren hebben aandacht nodig!
Klinische resultaten geven, ook na langere perioden, positieve effecten na behandeling vanuit mindfulness. De depressieve symptomen nemen af, er bestaat minder angst, eigenwaarde groeit en de zelfcompassie versterkt. Dewulf gaat het gesprek aan met de zaal vanuit vragen als: “Wie wordt fundamenteel gelukkiger als je gehaast bent?”, “Wie wordt vriendelijker naar zijn kinderen of collega’s als je gehaast bent?” of “Heeft ooit iemand vastgesteld dat je humor toeneemt als je onrustig bent?”. Hij deelt de aanwezigen het inzicht, dat we allemaal gelukkig willen zijn, maar dat we op een manier reageren, die ons vaak radeloos en ongelukkig maakt.
Mindfulness geeft je inzicht in hoe je tot jezelf en de ander staat en handelen vanuit compassie laat je toe milder te worden. Een uitnodiging om jezelf te verzachten en de weerstand tegen de hopeloosheid op te geven. Middels een meditatie richten de deelnemers hun aandacht naar binnen en focussen zij zich op hun ademhaling en hun houding. Ben je in staat om je levenshouding te vullen met liefdevolle vriendelijkheid vanuit de zachtheid in jezelf, ook als er weerstand ontstaat? Als het leven lastig en moeilijk wordt, kunnen er negatieve reacties ontstaan in ons denken. Of zelfs een spiraal aan negatieve gedachten. Zijn wij in staat om deze negatieve gedachten, vaak onbewuste processen, vriendelijk op te merken? Het onvermogen om niet meer te stoppen met negatieve gedachten en handelingen is een risico tot depressie. Het vermogen tot voelen en zijn helpt een depressie juist te voorkomen.
Kunnen wij vriend worden met onaangename gevoelens zonder in de weerstand te gaan? Mag het normaal zijn als ik me somber voel? Het mooie en minder mooie hoort bij ons leven, zoals plezier en pijn, prijzen en vernederen en huilen en dansen. Wees vriendelijk voor emoties als onrust, boosheid, ongemak en verdriet. Lukt het om boos te worden met 2 handen op je hart? Met deze oefening laat David Dewulf de zaal ervaren dat je compassie automatisch wordt gestimuleerd en boos worden niet meer lukt!
De grootste pijn ontstaat door de weerstand op de pijn. Vanuit mindfulness voeg je geen lijden toe aan het lijden dat er al is, maar maak je juist ruimte voor ’t leven zoals het NU is, ruimte voor jezelf zoals je bent. Er vanuit gaande dat een depressie voorbij kan gaan zonder te hoeven verdrinken en zonder gedachten en gevoelens te hoeven verdringen. We kunnen niet zeggen dat het leven altijd eerlijk is, maar er zijn wel altijd mooie dingen om te zien en dankbaar voor te zijn. En wellicht leren we het meest van onze moeilijke perioden. Ben een vriend van jezelf in alle tijden! Dr. David Dewulf heeft alle aanwezigen tijdens zijn boeiende lezing op een positief, realistische wijze geconfronteerd en uitgenodigd om onszelf (meer) te leren onthaasten.
Na de koffie- en theepauze nam Dr. Yvonne Stikkelbroek wederom het woord en richtte zich op de praktische begeleidingsmogelijkheden binnen school, de do’s en dont’s. Welke vragen leven er onder professionals en wat vinden adolescenten en jongeren juist belangrijk in professionals die hen begeleiden? Uit onderzoek noemt Stikkelbroek vertrouwen, luisteren zonder oordeel, persoonlijk contact en vooral niet betuttelend zijn.
Vervolgens werd de aanwezigen een video van een experiment met een baby en een moeder getoond. Wanneer de moeder niet meer reageert, zet de baby alles in om verbinding te maken. Zijn wij wellicht de baby als we met depressieve jongeren werken, zoals wij wellicht alles inzetten om die ander vrolijk te krijgen? Wanneer je hoop, vertrouwen en je positieve stemming uitstraalt, krijgt de jongere het gevoel dat jij perspectief ziet in zijn situatie, wat de depressie helpt te verminderen. Help de jongere om zijn denken, voelen en doen positief te beïnvloeden. Daarbij blijkt dat jongeren het voelen het liefst als eerste aan willen pakken, alleen zijn denken en handelen daarvoor nodig.
Het activeren van depressieve jongeren zit ‘m in kleine dingen. Zo is alleen al de aanwezigheid op school al een winst, kun je helpen met “taal” geven aan zijn gedachten en gevoelens, kun je aansluiten bij dat wat hem eerder wel energie gaf en is het van waarde om de jongere een betekenisvolle plek te geven in de groep. Prikkel het denken, open de creativiteit, maak succeservaringen mogelijk, raadpleeg deskundigen en werk vooral als partners samen met de ouders van de leerling. Dr. Stikkelbroek sluit haar interessante lezing af met de uitnodiging om depressieve leerlingen te helpen om normaal te laten zijn, om écht te zijn, juist door zelf ECHT te zijn!
Tot slot van dit symposium spreekt Drs. Ard Nieuwenbroek met “Help me te geven, ik kan niet meer geven”. Nieuwenbroek is trainer, supervisor, therapeut en schrijver van vele boeken rondom leerlingbegeleiding. Hij opent zijn lezing met een persoonlijke onthulling en vertelt over het ritueel, waarmee zijn moeder zijn nieuw geschreven boeken telkens ontving. Een voorbeeld van een geven, waarmee je je ouders trots wil maken. Zoals elk kind geeft om zijn ouders trots en gelukkig te zien.
Een depressief kind is een leeggegeven mens, van wie het geven niet is gezien, erkend of ontvangen worden door betekenisvolle derden. Zo zagen we in het filmpje de baby, wat wil geven aan zijn moeder. Een kind wil blijven geven, maar stopt met geven, als het niet meer ontvangen wordt of ontvangen kan worden. Zelfvalidatie ontstaat als een kind mag geven en ziet dat het ontvangen wordt en merkt dat hij ertoe doet. Wellicht is de grootste schreeuw van depressieve leerlingen “Doe ik ertoe?” Hoe meer je een depressieve leerling, een leeggegeven leerling gaat helpen, des te depressiever deze leerling wordt. Vanuit het idee dat als je de leerling gaat geven, deze terug wil geven. Dat lukt vanuit de depressiviteit vaak niet, waardoor de depressiviteit juist groter kan worden. Nieuwenbroek noemt het begrip “parentificatie”, het geven aan je ouders op een niet passende wijze. Het kind wat zich in de rol van “hulpouder” totaal leeg kan geven.
De meest kansrijke en beste begeleiding wordt gegeven in school, door hen die zich in het dagelijkse leven van de leerling bevinden. In de begeleiding is “passend geven” de belangrijkste sleutel, aan de leerling geven wat hij ook ontvangen kan. Daarbij is het van betekenis om de depressieve leerling te verleiden tot zelf geven en het besef van invloed te laten ervaren. De spreker benoemt de kracht van “mompeltussenkomsten”, opmerkingen zo langsheen, net verstaanbaar. “Lekker scherpe vraag was dat, ik moest nadenken”. Een manier om het geven van de leerling op een spontane manier zichtbaar te maken. Zo blijkt ook het “werken via de overkant” een passende methodiek om het invloedbesef bij (depressieve) leerlingen te vergroten. Een manier om van een “afstand” te geven, juist omdat een depressieve leerling vaak grote moeite heeft om te ontvangen van dichtbij.
Nieuwenbroek pleit met nadruk voor verleiding tot actie, zonder het geven van opdrachten, deze halveren namelijk het effect. Als de leerling zelf tot actie komt, heeft dit een vergroot effect op de invloed van de jongere, op zijn invloedbesef. Begeleiding hoeft niet hoogdravend te zijn, het zit ‘m juist in het gewone, de gewone taal, de gewone mens!
Als dagvoorzitter spreekt Leo Soeters aan het einde van deze mooie middag zijn dank uit naar de sprekers en de diversiteit van hun lezingen. We hebben deze middag nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden mogen ontvangen vanuit een prachtig aanbod. Opdat leerlingen morgen zullen merken, dat de deelnemers een boeiend symposium hebben gevolgd!