Symposia/Congressen

Symposium 'De gelukkige school'

Datum: Woensdag 23 maart 2016
Tijd: 12.00 - 16.45 uur
Locatie: ReeHorst, Ede
Voor wie: iedereen die in het onderwijs werkzaam is, van conciërge tot bestuurder

Impressie Symposium ‘De gelukkige school’

Hoe kun je het geluk in jouw school herontdekken?

Hoe kan het toch dat mensen op gelukkige momenten een ongelukkig gevoel kunnen ervaren. Met die gedachte opende dagvoorzitter Ivo Mijland op 23 maart het middagsymposium ‘De gelukkige school’. Hij gaf het voorbeeld van zijn dorp Oirschot, waar op de dag dat de wijkprijs van de Postcodeloterij viel, een grote mate van ontevredenheid heerste. De gewonnen prijs (een televisie) werd door velen met de nodige ja-maars in ontvangst genomen. Ook in het onderwijs lijken we ons te focussen op dat wat niet goed is. Mijland noemde zijn worstelingen op de middelbare school en kwam ook met het voorbeeld van Carlo Boszhardt, die pas gelukkig werd toen hij in groep 8 in de musical mocht spelen. Daar werd hij zo gelukkig van, dat hij zittenblijven een serieuze optie vond, omdat hij dan immers nog een keer de musical zou meemaken. Ook Mijland prees zich soms gelukkig op school, bijvoorbeeld bij meneer Gielen van Duits, die hem bij wijze van ‘straf’ op de kop in de prullenbak liet zetten.

Opening

Eerste spreker die door de dagvoorzitter werd aangekondigd was Roel Meijvis, een 21-jarige veel belovende cabaretier. Ook hij keek vanuit het perspectief ‘geluk’ naar wat hij op school ervaarde.  Wat hij niet begrijpt is dat in het onderwijs het beroep centraal staat en niet het geluk. Ieder mens heeft toch als doel gelukkig te worden, terwijl het beroep slechts een middel is? Meijvis omschreef geluk als ‘tevreden zijn met wat je hebt, met dat wat er is’. Dat had hij graag op school willen leren, dat je ontdekt dat het zinvoller is om het hier en nu te accepteren en van daaruit iets van je leven te maken. Hij noemde een ervaring die hij opdeed op Utrecht Centraal. Een seinstoring zorgde voor flinke vertraging. Waarom reageert de een woedend, scheldend en tierend, terwijl een ander de situatie accepteert en er het beste van maakt door in de vertrekhal muziek te maken bij de piano die daar staat? Geluk moet uit jezelf komen, je bent daar zelf verantwoordelijk voor. Scholen zouden jonge mensen moeten leren hoe je dat kunt doen. Niet alleen wat leerlingen willen worden, maar ook wie ze willen zijn. Want met de focus op het probleem, word je niet gelukkig. ‘Er is nog nooit een band geplakt, door van het lek te balen…’

Roel Meijvis

Hoofdspreker deze middag was Vlaming Leo Bormans. Hij haakte direct in op de aanslagen in Brussel, eerder die week. Wat hem opviel, is dat er een initiatief was waarin mensen kamers beschikbaar stelden om de nacht door te brengen. “Het is de warmte die er is, maar die we niet zien. Die warmte verdient aandacht. Niet de focus op de problemen, maar op de oplossingen.” Bormans deed ontzettend veel onderzoek naar geluk, over de hele wereld. In een energiek tempo deelde hij zijn enorme kennis met de zaal, met vooral ook veel humor en krachtige voorbeelden.

Als je mensen vraagt wat ze anders gedaan zouden hebben als ze sterven, noemen ze bijzondere zaken:

1 Meer mijn eigen leven leven
2 Minder hard werken
3 Meer mijn gevoelens uiten
4 Meer tijd voor vrienden
5 Meer geluk toelaten

Veel mensen zijn vervuld van ‘had-ik-maars’. Mensen lijken het leven van anderen te leiden. En daarvoor bereid te zijn het eigen goede, gelukkige gevoel, op het spel te zetten. Terwijl onderzoek laat zien dat kinderen die goed in hun vel zitten, later 20 procent meer verdienen dan ongelukkige kinderen.

Leo Bormans

Bormans vertelt over de grondwet in Bhutan: ‘Als we er niet gelukkig van worden, gaan we het niet doen!’ Waar mensen gelukkig van worden, is volgens Bormans ook helder aan te geven. Het gevoel van vrijheid en veiligheid, in verbondenheid met anderen en daarbij nodig zijn. Gelukkig word je van ‘andere mensen’. Geld helpt wel, maar als je meer geld hebt als je nodig hebt, kan het juist ongelukkig maken. Bormans vraagt de zaal om een foto van een geluksmoment in gedachten te nemen. En heeft de overtuiging dat op elke foto andere mensen staan.

presentatie

Als we weten dat gelukkige kinderen van positieve invloed zijn op ons onderwijs, waarom doen we dan niet meer aan geluk? Bormans geeft aan dat hij vaak hoort dat sommige kinderen nu eenmaal niet echt meewerken aan een gelukkige school. Iedereen kent wel die leerlingen die je het onderwijsleven zuur maken. Kinderen die niet doen wat je zegt. Bormans is daar duidelijk over. Kinderen die niet doen wat je zegt, doen wat jij zelf laat zien. Geluk begint door je eigen gedrag te spiegelen. Wie dat niet gelooft, krijgt van Bormans direct weer cijfers. Als je bijvoorbeeld vindt dat er teveel gepest wordt, weet dan dat 70% van het gepest in een systeem gedaan wordt door de volwassenen. Met als grootste treiteraars de directeuren. Natuurlijk niet bewust. Richt je dus niet op de pestende kinderen, maar bedenk eens wat je zelf voordoet wat je niet wilt dat kinderen het doen.

Gelukkige kinderen in gelukkige klassen met gelukkige leraren… Ze zoeken allemaal hetzelfde. Mag ik zijn wie ik ben, mag ik worden wie ik wil worden, mag ik samenwerken met anderen én heeft wat ik doe betekenis.

presentatie

Positieve interventies zijn daarin van groot belang. Je richten op wat je wilt en niet op wat je niet wilt. De universiteit van Leuven onderzocht zelfs dat positieve interventies meer effect hebben dan medicatie. Kinderen weten wat ze graag willen, waar ze gelukkig van worden. Dat zijn steeds de momenten waarop ze het fijn hebben in relatie met anderen. Bormans noemt het voorbeeld van een jongen die gelukkig wordt ‘als hij met papa naar de carwash mag gaan.’

De zaal mocht ook oefeningen doen. Bijvoorbeeld door in tweetallen elkaar – in de ogen kijkend – iets positiefs mee te geven. Dat doen ze in India goed, waar je begroet wordt met de woorden ‘namaste’. Dat is meer dan alleen hallo, verzekerd Bormans. Je zegt drie dingen:

We kunnen daar in Nederland veel van leren. Kinderen zien, als mensen die iets positiefs bij dragen, waar leraren respect voor tonen.

Kinderen moeten leren en zien wat geluk is. Leren dat er altijd een weg is. Dat er hoop is (hoop is optimisme met opgestroopte mouwen) en dat je op weg ook tegen muren mag oplopen. Omdat je op verschillende manieren kunt leren omgaan met die muren. Je kunt er overheen klimmen, je kunt er onderdoor kruipen, je kunt een opening zoeken…

Leo Bormans

Met een mooie slotoefening kreeg het publiek te zien dat je kinderen niet moet duwen of trekken, niet moet dwingen of verbieden. Wat echt helpt is dat je kinderen bij de schouder pakt, verbinding maakt, samen kijkt naar welke route je kunt lopen. Een route die obstakels kent, waar je verdriet mag hebben over tegenslag, maar ook waar je mag genieten van de ander. Van jezelf. En van jullie samen.